15 september 2021
Deze en andere bevindingen zijn te lezen in het onderzoeksrapport ‘Online onderwijs op de UvA tijdens Covid-19: Didactische strategieën om sociale en cognitieve processen te ondersteunen’. De studie is uitgevoerd door onderwijskundigen van de UvA onder docenten en studenten van de UvA. De uitkomsten zijn relevant voor de toekomst van en de discussie over online en blended onderwijs.
Digitalisering van het onderwijs stond al jaren hoog op de agenda van de meeste hogeronderwijsinstellingen. Door de coronapandemie nam het gebruik van online onderwijsmethoden wereldwijd ineens een enorme vlucht. Dat bood ons de unieke kans om uitgebreid onderzoek te kunnen doen naar de mogelijkheden en beperkingen van online onderwijs’, licht hoogleraar Onderwijskunde Monique Volman, toe. ‘Wij hebben gekeken naar de sociale en cognitieve processen in online onderwijs. Hoe hebben docenten die processen ondersteund? En hoe hebben docenten en studenten dat ervaren? Wat werkt wel en wat werkt niet?’
Volman en haar collega’s zagen dat docenten verschillende online lesstrategieën inzetten om het leerproces van studenten te stimuleren en te begeleiden. Zo herstructureerden docenten hun cursussen door bijvoorbeeld gebruik te maken van de ‘Flipping the Classroom’-methode of gaven zij kortere hoorcolleges voor kleinere groepen studenten. ‘Opvallend is dat zowel docenten als studenten worstelden met de vraag hoe online betekenisvolle interactie gefaciliteerd kon worden. Docenten zetten daarvoor onder meer langlopende groepsopdrachten in, lieten studenten samenwerken in breakout rooms en stimuleerden informeel contact tussen de studenten. Maar ondanks deze inzet misten studenten sociaal contact met medestudenten’, vertelt Volman. Uit het onderzoek komt naar voren dat vooral discussies en kritische reflecties werden gewaardeerd door studenten.
Veel docenten probeerden ook om zich binnen het online onderwijs nadrukkelijk te presenteren als ‘echt’ persoon. Volman: ‘Dat wil zeggen dat ze op allerlei manieren probeerden er te zijn voor hun studenten, zowel tijdens de lessen als daarbuiten. Ook probeerden zij gezamenlijkheid onder studenten te creëren door lessen persoonlijker te maken, persoonlijke ervaringen te laten delen en ijsbrekeractiviteiten in te zetten. Studenten hebben dit als positief ervaren.’
‘Een aantal aspecten van online onderwijs kan volgens docenten en studenten, ook in de toekomst, het fysieke onderwijs aanvullen’, vertelt Volman. ‘Studenten zijn positief over de duidelijke structuur en de beschikbaarheid van cursusmateriaal waarmee het online aanbieden van cursussen gepaard ging. Daarnaast lijken kennisclips en een aantal andere tools een belangrijke opbrengst te zijn van de periode van online onderwijs. Ook over ‘Flipping the classroom’ zijn ze positief. Sommige docenten en studenten denken dat kennisoverdracht voortaan meer online zou kunnen plaatsvinden, zodat er op locatie meer tijd is voor interactie en discussie. Ook de flexibiliteit van online onderwijs spreekt velen aan. Maar men is het erover eens dat het grootste deel van het onderwijs weer op locatie moet plaatsvinden.’ Als het gaat om hybride onderwijs, laat het onderzoek zien dat de meningen verdeeld zijn: docenten zien daar tegenop, terwijl studenten voordelen zien.
Uit de studie zijn acht praktijkvoorbeelden,Teaching stories, opgetekend over veelbelovende praktijkvoorbeelden van online en blended onderwijs. Deze worden de komende periode, ter inspiratie voor andere docenten, gepubliceerd op de website van het Teaching & Learning Centre van de UvA.
In de studie werden in het voorjaar van 2021 25 online focusgroepgesprekken gevoerd, waaraan 52 docenten en 44 studenten van de UvA meededen. Het onderzoek maakt gebruik van het zogenoemde Community of Inquiry (CoI) framework. Dat bestaat uit drie kernelementen: teaching presence (de rol van de docent in de voorbereiding op en tijdens het lesgeven), social presence (sociale interactie in het online onderwijs) en cognitive presence (betrokkenheid bij gezamenlijke betekenisgeving aan de leerstof).
Het onderzoeksrapport is onderdeel van het project ‘Online en blended onderwijs’, dat is uitgevoerd in opdracht van het College van Bestuur van de UvA en werd voorafgegaan door een literatuurstudie en een vragenlijstonderzoek.
Monique Meij, Natalie Pareja Roblin, Chevy van Dorresteijn, Joke Voogt, Frank Cornelissen en Monique Volman: Online onderwijs op de UvA tijdens COVID-19: Didactische strategieën om sociale en cognitieve processen te ondersteunen (3 september 2021).