Amsterdamse case study wereldwijd illustratief voor stedelijk afvalbeheer
26 augustus 2020
De gemeente Amsterdam, een stad met een oppervlakte van bijna 220 km2 en meer dan 800.000 inwoners, heeft ambitieuze doelen gesteld op het terrein van circulariteit, zoals het scheiden van 65% van het afval in 2020 en het volledig circulair worden in 2050. Masterstudent Ludovica Viva werkte als deel van een interdisciplinair onderzoeksteam, samen met Gadi Rothenberg, Ans Kolk en Francesca Ciulli, op dit thema. Zij bestudeerden strategieën voor stedelijk afvalbeheer en de technische, sociaal-economische en bedrijfskundige aspecten hiervan. In hun case study, gericht op Amsterdam, zagen zij dat veel afvalstromen in de stad lineair zijn en niet duurzaam. De focus op verbranding als primair afvalverwijderingsproces leidt tot emissies (van CO2 en rookgassen) en as (vast en in de lucht) die allemaal als afvalproducten moeten worden beschouwd. Daarnaast speelt dat het organisch afval momenteel niet gescheiden wordt, maar samen met het restafval wordt verbrand. Dit hindert de sluiting van de biologische kringloop in de stad en is niet geschikt voor een circulaire strategie.
Uit een enquête die Viva hield, kwam een tweede uitdaging voor de stad naar voren. Het blijkt dat de Amsterdammers niet goed bekend zijn met de afvalstromen: weinig mensen kennen bijvoorbeeld de inleverlocaties van recyclebaar afval. Verder merken de onderzoekers op dat de grote dichtheid en onderlinge verwevenheid van de stedelijke structuur van Amsterdam niet goed tot uiting komt in de aanpak van het afvalbeheer. De stad zou hier veel kunnen winnen door de onderdelen van de verschillende systemen onderling te verbinden en in de praktijk van het afvalbeheer rekening te houden met de territoriale en sociale kenmerken van de stad.
De Amsterdamse casus is volgens de onderzoekers illustratief voor stedelijk afvalbeheer over de hele wereld. Het is een zeer complex probleem, waarbij veel belanghebbenden betrokken zijn: consumenten, winkels, dienstverleners, fabrikanten en lokale overheden. Dit betekent dat het erg moeilijk is om stedelijke afvalverwerking te veranderen. Toch is verandering noodzakelijk, aangezien ons lineaire economische systeem van ‘productie-gebruik-afval’ onhoudbaar is. Moderne samenlevingen produceren enorme hoeveelheden afval, waardoor het steeds moeilijker wordt om zich ervan te ontdoen. Dit geldt overal, maar vooral daar waar veel mensen bij elkaar wonen, zoals in steden.
De onderzoekers benaderen het probleem van stedelijk afvalbeheer als meer dan een technisch probleem. Het ontwerpen van nieuwe strategieën voor afvalbeheer vraagt om technologische, sociale en economische innovatie, en een goede analyse van oude en nieuwe verdienmodellen. ‘In onze methodologie houden we rekening met alle belangrijke en ondersteunende activiteiten van afvalbeheer, van inzameling tot verwerking. Er bestaat geen eenduidige oplossing’, legt Rothenberg uit.
Rothenberg benadrukt het belang van samenwerking tussen faculteiten in het onderzoek: ‘Je hebt verschillende wetenschappelijke disciplines nodig, omdat je een technologische oplossing moet bieden en een manier moet vinden voor mensen om die oplossing te accepteren en te gebruiken. Onderzoeksleiders Rothenberg (hoogleraar Heterogene katalyse en duurzame chemie aan het Van 't Hoff Institute for Molecular Sciences) en Kolk (hoogleraar Duurzame bedrijfsvoering aan de Amsterdam Business School) willen de samenwerking voortzetten en ook collega’s van de Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen betrekken, en het onderzoek inhoudelijk uitbreiden naar het beheer van schone energie en CO2-reductie.
L. Viva, F. Ciulli, A. Kolk en G. Rothenberg: ‘Designing Circular Waste Management Strategies: The Case of Organic Waste in Amsterdam’, in: Advanced Sustainable Systems (2020). DOI: 10.1002/adsu.202000023 (open access).