14 februari 2008
Dhr. dr. J.H.G. Gawronski (1955) is benoemd tot hoogleraar Maritieme en urbane archeologie van de late middeleeuwen en de vroegmoderne periode, in het bijzonder de stad Amsterdam, aan de Faculteit der Geesteswetenschappen (FGW) van de Universiteit van Amsterdam (UvA).
Jerzy Gawronski zal binnen het Amsterdams Archeologisch Centrum (AAC) van de UvA nadere invulling geven aan de discipline van de historische archeologie. Hij zet zich daarbij in voor een geïntegreerde benadering van materiële cultuur door verbindingen te leggen tussen verschillende vakgebieden. Zijn wetenschappelijke aandacht richt zich voornamelijk op twee relevante thema's die binnen het huidig academisch bestel meer stimulering behoeven: de archeologie van de scheepvaart en de Nederlandse maritieme expansie, en de archeologie van steden en stedelijke cultuur na 1500. Amsterdam geldt daarbij als speerpunt binnen het programma van onderwijs en onderzoek. Gawronski is tevens hoofd van de afdeling Archeologie van het gemeentelijk Bureau Monumenten en Archeologie (BMA). Vanuit zijn functie als de stadsarcheoloog van Amsterdam zal hij de samenwerking tussen gemeente en de UvA op het gebied van materiële cultuurstudies zowel inhoudelijk als praktisch vorm geven.
Gawronski ontwikkelde tijdens zijn studie kunstgeschiedenis, klassieke archeologie en middeleeuwse archeologie aan de UvA een expliciet multidisciplinaire attitude die tot een grensoverschrijdende combinatie van werkgebieden leidde. Hij was een van de eerste Nederlandse onderwaterarcheologen met als specialisme historische schepen, in het bijzonder die van de VOC. Hij verwierf ruime internationale ervaring met uiteenlopende scheepsarcheologische projecten in Nederland, Engeland, Frankrijk, Italië, Zweden, de voormalige Sovjet-Unie en Brunei. Binnen het kader van zijn dissertatie ontwierp hij contextuele datasets van VOC-schepen die het louter maritieme domein overstijgen en een focus bieden op de socio-economische en maatschappelijke context van stad en land waarbinnen de VOC functioneerde. Dit onderzoek resulteerde in het proefschrift De Hollandia en de Amsterdam. Twee schepen en een bedrijf. Organisatie en materiële cultuur van de VOC in Amsterdam in de jaren 1740-1750, waarop hij in 1994 aan de UvA promoveerde.
Van 1987 tot 1997 was Gawronski als onderzoeker op het gebied van maritieme en historische archeologie verbonden aan het Instituut voor Pre- en Protohistorische Archeologie (IPP) van de UvA. Vanuit deze vakgebieden betrok hij ook het Nederlands archeologisch erfgoed overzee bij zijn werkterrein. Hij was deelnemer en leider van verschillende buitenlandse archeologische expedities, onder meer naar Spitsbergen in 1979, Nova Zembla in 1995 en Straat Magalhães (Chili) in 1998, en hij was betrokken bij projecten voor overzees erfgoedmanagement, onder meer in Sri Lanka en thans in Curaçao. Vanuit zijn brede benadering van materiële cultuur was Gawronski ook op museaal gebied actief, hetgeen ondermeer resulteerde in een reeks van samenwerkingsprojecten met het Rijksmuseum. Sinds 1999 is hij universitair docent aan het AAC voor de postmiddeleeuwse archeologie en de Nederlandse expansie. In datzelfde jaar breidde hij zijn werkterrein uit tot de gemeentelijke archeologie van Amsterdam. Sinds 2004 is hij als hoofd van de afdeling Archeologie van BMA verantwoordelijk voor het gemeentelijk archeologisch beleid en onderzoeksprogramma van Amsterdam.