Het aantal werkende mensen met een chronische ziekte stijgt door de vergrijzing van de beroepsbevolking en stijging van de pensioenleeftijd. Het is voor mensen met een chronische ziekte vaak lastig om te (blijven) werken en zij hebben een grote kans om hun werk te verliezen. Er is wilskracht voor nodig om te werken vanwege allerlei problemen die een chronische ziekte met zich mee kan brengen, zoals vermoeidheid of cognitieve problemen. Als het lukt om te (blijven) werken, leidt het wel tot een groter welbevinden. De Boer stelt dat mensen met een chronische ziekte ondersteuning nodig hebben – in de vorm van effectief gebleken programma’s – om te (blijven) werken. Ook betrokkenen zoals behandelend artsen, huisartsen, bedrijfs- en verzekeringsartsen, werkgevers en collega’s hebben baat bij programma’s die hun helpen chronisch zieke werkenden te ondersteunen. In toekomstig onderzoek zullen deze programma’s verder worden ontwikkeld en getest, aldus De Boer. 

Prof. dr. A.G.E.M. de Boer, hoogleraar Arbeid en gezondheid, in het bijzonder van werkenden met een chronische ziekte: Werken met een chronische ziekte: wilskracht en welbevinden.

Deze oratie is hier live te volgen.