'Ik geef graag iets terug aan mijn alma mater'
‘Jong talent een zetje geven: dat vind ik belangrijk om te doen, daar word ik warm van’, zegt Pauwels. Hij draagt financieel bij aan het Amsterdam Exchange Scholarship, dat is ondergebracht bij het Amsterdams Universiteitsfonds (het fonds dat beurzen, onderzoeks- en erfgoedprojecten steunt die niet uit reguliere middelen kunnen worden bekostigd). De scholarships maken het mogelijk dat exceptioneel getalenteerde studenten van buiten de EU hier hun master kunnen volgen.
Pauwels sponsort ook de historische kaartencollectie van de UvA die is ondergebracht bij het Allard Pierson. Daarnaast heeft hij samen met zijn vrouw de Jumpstart Jr. Foundation opgezet die jonge, talentvolle musici kostbare violen uitleent. En dan is Pauwels nog voorzitter van de stichting DON, die ijvert voor onderzoek naar diabetes type 1, een auto-immuunziekte die zich vaak manifesteert bij kinderen en jongvolwassenen.
‘Ik geef graag iets terug aan mijn alma mater. Wij hebben destijds met z’n vieren TomTom opgericht, drie van ons waren UvA-afgestudeerden. We hebben altijd de band met de UvA en met Amsterdam gevoeld.'
Talenten aantrekken is duur, helemaal als ze van buiten de EU komen, omdat die geen aanspraak kunnen maken op Europese beurzen. Met mijn steun en die van andere donateurs streven we ernaar om jaarlijks een tiental jonge mensen hierheen te halen.
'Het idee achter de scholarships is dat de UvA internationaal moet kunnen meeknokken met universiteiten als Oxford en Cambridge. Talenten aantrekken is duur, helemaal als ze van buiten de EU komen, omdat die geen aanspraak kunnen maken op Europese beurzen. Met mijn steun en die van andere donateurs streven we ernaar om jaarlijks een tiental jonge mensen hierheen halen. Eén of twee keer per jaar ontmoet ik die slimme en positieve masterstudenten. Dat is bijzonder inspirerend. Maar het belangrijkste is dat je als donateur het verschil kunt maken. Dat geeft mij een fijn gevoel.’
‘Als op een heel belangrijke tijd. Een tijd waarin ik op eigen benen ging staan, nieuwe vrienden maakte, nieuwe interesses ontwikkelde en avonturen beleefde. Ik heb nog steeds contact met een aantal van mijn studievrienden uit die tijd. Een van hen is medeoprichter van TomTom. Wat ik me vooral herinner, is veel plezier. Ik werd lid van het Amsterdamse studentencorps en ik speelde in een band. Het studeren zelf begon ik later in de studie echt interessant te vinden, toen ik me kon specialiseren. Informatica stond nog in de kinderschoenen; mijn lichting was de tweede die instroomde.’
Ik heb in mijn studentijd altijd bijbaantjes gehad waarin ik vaak gebruik kon maken van mijn informatica-achtergrond.
‘Ik was al sinds mijn middelbare school bezig met computers. Ik kon zelf mijn eerste computer kopen dankzij een krantenbaantje. We hebben het nu wel over het stenen tijdperk hè, zo rond 1980. Informatica was een logische keuze. Ik heb in mijn studententijd altijd bijbaantjes gehad waarin ik vaak gebruik kon maken van mijn informatica-achtergrond. Ik wist al snel dat ik niet door wilde in de wetenschap. Ik wilde de wijde wereld in en ben het diepe in gesprongen. En waarom het destijds de UvA werd? In alle eerlijkheid: ik koos vooral voor de stad, voor Amsterdam.’
‘Ik geloof niet dat een universiteit er is om mensen op te leiden tot ondernemer. Wel moet ze mensen naast academische inhoud, de skills meegeven voor een leven na de universiteit, wat dat ook mag zijn. Overigens heeft de UvA nu een aantal ontzettend goede programma’s en initiatieven voor studenten die ondernemer willen worden.’
‘Als je iets terug wilt doen voor de universiteit of voor de maatschappij, dan zijn er zo veel belangrijke en mooie initiatieven om uit te kiezen. Er is vast iets bij dat bij je past. Je maakt het verschil én je komt in aanraking met allerlei resources en interessante mensen.’