23 mei 2018
Het gevoel van aanraking ontwikkelt zich al in de baarmoeder en maakt de communicatie tussen ouder en kind mogelijk vanaf het begin van het leven. Er is nog maar weinig bekend over de effecten van ouderlijke aanraking. Brummelman en Bos onderzochten of ouderlijke aanraking – in de subtiele vorm van een korte aanraking op de schouder – kinderen ‘zegt’ dat hun omgeving veilig is om te verkennen, waardoor ze de wereld om zich heen als minder bedreigend ervaren. Dat deden zij bij kinderen in twee leeftijdsgroepen: de late kindertijd (leeftijd 8-10) en de vroege adolescentie (leeftijd 11-14).
Terwijl ouders in een aparte ruimte wachtten, voltooiden de kinderen in het onderzoek eerst een vragenlijst over hun sociale angst. Buiten het medeweten van de kinderen, werden de ouders geïnstrueerd over het al dan niet aanraken van hun kind (kort en zachtjes op de achterkant van de schouder). De ouder ging naar binnen, raakte het kind wel of niet aan, vertelde het kind dat hij/zij zelf op een andere computer gingen werken - zie afbeelding - en liep naar deze computer (in dezelfde ruimte, achter een vouwscherm, uit het zicht van het kind). Vervolgens deden kinderen taken die maten hoe bedreigend ze de wereld vonden: hoeveel aandacht ze hadden voor sociale dreiging en hoeveel vertrouwen ze hadden in onbekende andere kinderen.
‘De kinderen die waren aangeraakt op hun schouder, hadden minder impliciete aandacht voor dreigingen’, vertelt Brummelman. ‘En terwijl de ouderlijke aanraking het vertrouwen verlaagde bij kinderen die sociaal niet angstig zijn, wekte het juist vertrouwen bij diegenen die dat het meest nodig hadden: sociaal angstige kinderen.’ Deze effecten namen de onderzoekers uitsluitend waar bij de kinderen van 8 tot en met 10. ‘Dit suggereert dat ouderlijke aanraking zijn betekenis van veiligheidssignaal verliest bij de overgang naar de adolescentie.’
De bevindingen kunnen mogelijk gebruikt worden bij de ontwikkeling van nieuwe interventiemethoden. Sociale-angststoornis is de meest voorkomende, maar minst behandelde mentale stoornis bij kinderen en jongeren. ‘Aangezien ouderlijke aanraking de aandacht voor bedreigingen verlaagt en het vertrouwen verhoogt bij sociaal angstige kinderen, is een belangrijke vervolgstap om te bekijken welke invloed ouderlijke aanraking heeft op kinderen met een sociale-angststoornis’, aldus Bos. ‘Ouderlijke aanraking kan deze kinderen mogelijk helpen hun angst te overwinnen en zich bloot te stellen aan nieuwe situaties. Uit eerder onderzoek weten we namelijk dat blootstelling een van de meest effectieve manieren is om sociale angst te verlichten.’
De bevindingen sluiten aan bij Research Priority Area 'Yield' van de Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen van de UvA, waarin onderzoek wordt gedaan naar de bio-ecologie van menselijke ontwikkeling.
Eddie Brummelman, David Terburg, Miranda Smit, Susan M. Bögels & Peter A. Bos: Parental Touch Reduces Social Vigilance in Children, in: Developmental Cognitive Neurosience, mei 2018. Doi: https://doi.org/10.1016/j.dcn.2018.05.002.
Het onderzoek werd ondersteund door beurzen: een EU Marie Sklodowska-Curie Fellowship van Eddie Brummelman (No 705217), NWO Veni-beurzen van David Terburg (451-13-004) en Peter A. Bos (451-14-015), en een UU Dynamics of Youth seed grant van Peter A. Bos.