Stereotypen belemmeren eerlijke beoordeling vrouwelijke auteurs
2 mei 2018
Vrouwelijke auteurs in Nederland produceren honderden literaire romans per jaar, maar doen toch niet mee aan de literaire top. ‘Het is ten eerste al droevig gesteld met de verkoop- en uitleencijfers van oorspronkelijk Nederlandstalige literaire romans die door vrouwen geschreven zijn’, vertelt Koolen. ‘Mannen en vrouwelijke vertaalde auteurs doen het beter.’ Daarnaast vinden zowel mannen als vrouwen het werk van vrouwelijke auteurs minder literair, bleek uit Het Nationale Lezersonderzoek. Dit werd uitgevoerd door het onderzoeksproject van het Huygens ING waar Koolen onderdeel van is, The Riddle of Literary Quality. Koolen: ‘Vrouwen zijn zelfs strenger over werk door vrouwelijke auteurs dan de mannen. Aan de andere kant: vrouwen lezen romans van zowel mannen als vrouwen, terwijl mannen claimen nauwelijks werk van vrouwen te lezen.’
Het is moeilijk een oorzaak aan te wijzen voor de achterstelling van vrouwelijke auteurs in Nederland, omdat alle lagen in het veld - van de lezer tot literaire jury’s - de huidige situatie in stand houden. ‘Het is een vicieuze cirkel’, aldus Koolen. Het probleem is dat gender zelden de directe aanleiding is voor kritiek. Die kritiek is de maatstaf van literaire kwaliteit. Daarom keek Koolen, onder andere met computeranalyses, hoe sterk romanteksten eigenlijk gekoppeld kunnen worden aan het gender van de auteur. Is de stijl van vrouwelijke auteurs wezenlijk anders dan die van mannelijke? Schrijven vrouwen ‘emotioneler’, vaker over onderwerpen als het gezinsleven en over uiterlijkheden, en leidt dat tot ‘vrouwelijkheid’ van tekst? En maakt dat een tekst minder literair? Koolen: ‘Het antwoord op al die vragen is: Nee.’
Uit de computeranalyses blijkt dat de stijl van een tekst veel meer wordt bepaald door het genre, dialoog en narratief dan door het gender van de auteur. ‘Het gaat dus vooral om perceptie: vrouwelijke auteurs zijn geen andere soort, zij schrijven – net als mannelijke auteurs – in de stijl van het genre dat zij beoefenen. Er wordt vaak een ‘idee van vrouwelijkheid’ in teksten van vrouwelijke auteurs gelegd. Bovendien kunnen lezers niet uitleggen waarom ‘vrouwelijk’ gelijk staat aan laag-literair en ‘mannelijk’ niet. Een man die op zoek is naar zichzelf, is het onderwerp van een bildungsroman. Een roman over een vrouw die dat doet, is in de perceptie van de lezer sneller een ‘vrouwenboek’. Het is allemaal heel subtiel en alle lezers doen er – vaak onbewust – aan mee. Blijkbaar haakt de lezer bij het beoordelen van de tekst onbewust te veel in op die elementen die stereotypen bevestigen.’
Laten we gaan ‘lezen voorbij het vrouwelijke’, stelt Koolen tot besluit dan ook voor, want alleen dat kan leiden tot verandering.
Corina Koolen: Reading beyond the Female: the Relationship between Perception of Author Gender and Literary Quality. Promotoren zijn prof. dr. L.W.M. Bod en prof. dr. K.H. van Dalen-Oskam.
Het promotieonderzoek is gefinancierd door het speerpunt Digital Humanities van de Faculteit der Geesteswetenschappen.
De promotie vindt plaats op vrijdag 18 mei om 11.00 uur.
Locatie: Aula van de UvA, Singel 411, Amsterdam.