17 mei 2017
Vanaf de jaren tachtig zijn er talrijke studies verschenen die wijzen op een hoog mortaliteitsrisico onder mensen die aan depressie lijden. Dit wordt over het algemeen opgevat als bewijs dat depressie een rechtstreekse oorzaak van overlijden is. Onderzoekers Beyon Miloyan en Eiko Fried voerden in het kader van hun onderzoek een herevaluatie van dit veronderstelde verband uit door 293 studies uit 15 systematische overzichten opnieuw te beoordelen. De studies in kwestie betroffen ruim 3,6 miljoen deelnemers en 418.000 sterfgevallen.
Ondanks het wijdverbreide idee dat depressie eerder tot de dood leidt, bleek ten minste 95% van de onderzochte studies van onvoldoende kwaliteit te zijn. Door middel van kwantitatieve en kwalitatieve methoden brachten de onderzoekers een uitgesproken publicatiebias aan het licht. Met name bij studies waarbij een nauwe samenhang tussen depressie en mortaliteit werden opgemerkt was sprake van kleine steekproeven, een klein aantal sterfgevallen en korte follow-upperioden. Bovendien ontdekten de onderzoekers dat slechts in ongeveer 5% van de 293 studies de statistische modellen waren gecorrigeerd voor andere geestelijke gezondheidsproblemen zoals angst of middelengebruik, die vaak optreden bij depressieve patiënten: er waren comorbiditeitspercentages van meer dan 50%.
De onderzoekers ontdekten ook dat twee derde van de studies respondenten betrof die vooraf waren geselecteerd op basis van medische aandoeningen. Veel symptomen van depressie, zoals slapeloosheid en vermoeidheid, treden ook op bij tal van andere, lichamelijke aandoeningen of kunnen zich voordoen als bijwerking van medicaties voor de behandeling van bestaande aandoeningen. Volgens Miloyan en Fried kan dit tot de conclusie leiden dat depressie de oorzaak van overlijden is, terwijl het overlijden beter kan worden toegeschreven aan vooraf bestaande ziekten. Om deze verwarring uit te sluiten is één oplossing de resultaten zorgvuldig te corrigeren voor comorbide psychologische en fysiologische aandoeningen; een andere oplossing is om specifiek depressieve patiënten zonder vooraf bestaande ziekten te onderzoeken.
Miloyan, onderzoeker aan Johns Hopkins University en faculteitslid van Federation University Australia: ‘Door de studies die we hebben bekeken zijn veel mensen al die jaren er te gemakkelijk, en misschien ten onrechte, van uitgegaan dat de hogere sterftecijfers rechtstreeks te wijten zijn aan depressie. Maar als we de gegevens van de weinige studies van acceptabele kwaliteit nader bekijken, vinden we geen overtuigend bewijs dat depressie rechtstreeks verband houdt met mortaliteit.’
De resultaten wijzen er eerder op dat andere variabelen, met name ongezond gedrag en comorbiditeit, verband kunnen houden met de hogere sterftecijfers onder personen met depressie. Fried, psycholoog en postdoctoraal-onderzoeker aan de UvA: ‘Het is bijvoorbeeld bekend dat depressie hand in hand gaat met een ongezonde levensstijl zoals roken, alcoholgebruik en weinig beweging. Met name roken wordt in verband gebracht met een verhoogd risico op het ontwikkelen van depressie en met een groot aantal doodsoorzaken. Dergelijke complexe interacties tussen variabelen die samenhangen met depressie en overlijden zijn grotendeels genegeerd in de literatuur, maar impliceren dat het voorbarig is om sterke oorzakelijke verbanden aan te nemen.’
Miloyan en Fried hopen dat hun bevindingen andere onderzoekers ertoe aansporen om deze vraag zorgvuldiger te onderzoeken voordat ze programma’s en beleid opstellen en uitvoeren die zijn gericht op het tegengaan van depressie met als doel het aantal sterfgevallen te verminderen. Miloyan: ‘We willen uiteraard niet suggereren dat depressie niet behandeld moet worden, maar wel dat de belangrijkste factoren die verhoogde mortaliteit veroorzaken ergens anders kunnen liggen en grondiger onderzoek in de toekomst rechtvaardigen.’
Beyon Miloyan en Eiko Fried, ‘A reassessment of the relationship between depression and all-cause mortality in 3,604,005 participants from 293 studies’ in World Psychiatry.