15 december 2020
Het College van Bestuur en de decanen van de faculteiten hebben de uitkomsten besproken, en kijken met elkaar naar manieren om tot verbeteringen te komen, met name waar het studie- en werkdruk, gevoel van veiligheid en oog voor balans tussen werk en privé betreft.
Zorgen en studiedruk
Meer dan de helft van de studenten (52%) maakt zich in sterke mate zorgen over de coronacrisis. Aan het begin van de eerste coronagolf bedroeg dit percentage 47% en aan het einde van de eerste golf nog maar 35%. Ongeveer 9% van de studenten maakt zich (bijna) geen zorgen over corona.
De studiedruk die studenten ervaren, is hoog: op een schaal van 1 op 10 beoordelen ze de studiedruk gemiddeld met een 7.6. Gevraagd wat ze het meeste missen aan het studeren onder de huidige omstandigheden, noemen de studenten: sociale contacten (78%), het buitenshuis zijn (69%) en fysieke werkgroepen en colleges (66%).
Veiligheid
Nieuw in de Crisismonitor zijn de vragen of studenten zich veilig voelen op de locaties van de UvA en in het openbaar vervoer als het gaat om het risico op coronabesmetting. Op UvA-locaties voelt 41% van de studenten zich veilig en 25% voelt zich onveilig. Veel studenten zijn afhankelijk van het ov om naar de campus te kunnen komen. 30% van de studenten geeft aan zich onveilig te voelen in het ov, tegenover 28% die zegt zich veilig te voelen.
On campus en online onderwijs
Aan de studenten is ook gevraagd of ze de voorafgaande week onderwijs hebben gehad, welk soort (online of op de campus), en hoe ze het onderwijs waarderen. Bijna twee derde van de studenten (64%) gaf aan alleen online onderwijs te hebben gehad; 28% had een combinatie van online en on campus. Het onderwijs op fysieke locatie wordt hoger gewaardeerd dan het online onderwijs: on campus wordt door 89% van de studenten als goed ervaren tegen online door 52%.
Zorgen en werkdruk
Bijna de helft (48%) van de medewerkers van de UvA maakt zich in sterke mate zorgen over de coronacrisis, waarbij opvallend is dat het wetenschappelijk personeel zich meer zorgen maakt (55%) dan het niet-wetenschappelijke (39%).
De gemiddelde werkdruk die ervaren wordt, is precies even hoog als de studiedruk die studenten rapporteren: 7,6 op een schaal van 1 tot 10. De werkdruk bij het wetenschappelijk personeel (WP) is gemiddeld hoger dan bij niet-wetenschappers (OBP). In vergelijking met normale, pre-corona werkomstandigheden zeggen medewerkers het meest te missen: informeel collegiaal overleg (79%), het buitenshuis zijn (56%) en het gesprek bij de koffieautomaat (52%). Op de vraag of hun leidinggevende voldoende rekening houdt met de balans tussen werk en privé antwoordt 18% van de medewerkers: weinig tot heel weinig. Bij het WP (22%) is dit aandeel groter dan bij het OBP (13%).
Veiligheid
Medewerkers van de UvA werken zoveel mogelijk thuis, maar dat is niet altijd mogelijk, bijvoorbeeld voor docenten die onderwijs op locatie moeten geven. Op UvA-locaties voelt de helft (50%) van de medewerkers zich veilig en bijna een kwart (23%) voelt zich onveilig qua besmettingsgevaar. Van de medewerkers die met het ov naar de UvA komen, voelt 22% zich veilig en 39% zich onveilig.
Onderwijs en onderzoek
De tevredenheid van medewerkers over het geven van online onderwijs is gestegen ten opzichte van het einde van de eerste golf. Toen was 52% hier tevreden over. Nu geeft 59% aan tevreden te zijn.
Van de wetenschappers geeft 40% aan bij hun onderzoekswerk in sterke mate problemen te hebben ervaren door de coronamaatregelen, waarbij er grote verschillen zijn tussen de faculteiten.
Sinds begin november is de Crisismonitor, die bestaat uit herhaalde metingen, weer opgestart. Doel is het vergroten van het inzicht in de impact van de maatregelen die de UvA vanwege de coronacrisis heeft moeten nemen, op het welzijn van studenten en medewerkers. De uitkomsten zijn belangrijk voor het beleid en bestuur tijdens de coronacrisis, en worden gebruikt door de centrale organisatie en de faculteiten/diensten.