22 december 2015
Bart Nolet doet onderzoek naar watervogels, zoals zwanen, ganzen en smienten, die broeden in arctische gebieden en in grote aantallen komen overwinteren in Nederland. Hij bestudeert hun foerageer- (het zoeken en vinden van voedsel) en trekgedrag. Hij probeert patronen die zich voordoen op populatieniveau, waaronder de verspreiding van aantallen vogels, te begrijpen vanuit processen die spelen op individueel niveau. Het optimaliteitsbeginsel – wanneer en waarheen moeten vogels zich verplaatsen om optimaal hun (voedsel)bronnen te exploiteren en hun omgeving te exploreren? – is daarbij leidend. Nolet meet daarom wat hun beweging de vogels oplevert en kost in termen van energie, op een schaal van minder dan een meter tot meer dan duizend kilometer.
Belangrijke actuele vragen in Nolets onderzoek zijn hoe vogels zullen reageren op grootschalige veranderingen in landgebruik en klimaat en wat hun rol is bij de verspreiding van vogelgriep. Hij combineert veldwerk, experimenteel onderzoek en modellenbouw. Door technologische ontwikkelingen zijn bewegingen en verplaatsingen van vogels in het vrije veld steeds nauwkeuriger te meten. Nolet gaat nauw samenwerken met de onderzoeksgroep Computational Geo-Ecology van prof. dr. Willem Bouten van het Instituut voor Biodiversiteit en Ecosysteem Dynamica aan de UvA.
Na zijn studie Biologie aan de Rijksuniversiteit Groningen (1988, cum laude) werkte Nolet bij het Rijksinstituut voor Natuurbeheer en het DLO-Instituut voor Bos- en Natuurbeheer aan de evaluatie van de herintroductie van de bever. Dit resulteerde in het proefschrift Return of the Beaver to the Netherlands, waarop hij in 1994 promoveerde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Nolet werkt sinds 1995 bij NIOO-KNAW, sinds 2012 als groepsleider van de Foraging and Movement Ecology Group. In 2000 was hij associated graduate faculty aan de University of Guelph in Canada.
Nolet publiceerde meer dan 90 artikelen in peer reviewed tijdschriften als Science, Philosophical Transactions of the Royal Society en Ecology Letters. Daarnaast speelt hij een actieve rol in het publicatieproces door voor (tot nu toe) ruim 65 verschillende wetenschappelijke tijdschriften artikelen te beoordelen.