Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Nederlanders kunnen nog veel leren op het gebied van digitale vaardigheden en digitale kennis. Dat blijkt uit meerjarig onderzoek van de Amsterdam School of Communication Research (ASCoR) van de Universiteit van Amsterdam onder 5084 Nederlanders tussen de 10 en 94 jaar oud. Dit geldt in het bijzonder voor kinderen, oudere Nederlanders en Nederlanders met een lager opleidingsniveau. Maar ook voor andere groepen Nederlanders zijn er belangrijke verbeterpunten, zoals vaardigheden met betrekking tot AI.

Hoe goed kun je online-informatie kritisch beoordelen? Weet je hoe je onlinegegevens moet beschermen? En weet je ook hoe je gezond omgaat met digitale apparaten? Communicatiewetenschappers Dian de Vries, Jessica Piotrowski , en Claes de Vreese  zochten naar antwoorden op deze en nog veel meer vragen over digitale kennis en vaardigheden onder ruim 5.000 Nederlanders van tien jaar en ouder. Van mensen die dagelijks online zijn, tot mensen die weinig of geen gebruik maken van computer of smartphone. Tegelijkertijd ontwikkelden de onderzoekers een tool waarmee alle Nederlanders hun digitale vaardigheden kunnen testen en advies ontvangen over het verbeteren van vaardigheden. Want we hebben hier nog veel te leren.

Waar liggen de problemen?

In het onderzoek werden negen digitale hoofdvaardigheden onderscheiden, waar mensen verschillend op scoorden. Over het algemeen kunnen Nederlanders vinden wat ze online zoeken. Op een sociale manier omgaan met anderen online (‘netiquette’), vinden Nederlanders gemiddeld ook vrij makkelijk. Net als online problemen oplossen, dat wil zeggen: weten waar je hulp kunt vinden als iets niet lukt online.

Maar op een duurzame manier omgaan met online apparaten is voor veel mensen moeilijk, en Nederlanders moeten veel meer leren over AI (Artificiële intelligentie). Hierbij gaat het om herkennen dat websites AI gebruiken en hoe hiermee om te gaan. Hiervoor moet je kritisch informatie kunnen beoordelen, bijvoorbeeld op betrouwbaarheid, waar veel Nederlanders nog moeite mee hebben. Dit omgaan met AI wordt steeds belangrijker nu iedereen allerlei tekst en beeld online kan publiceren dankzij de opkomst van generatieve AI zoals ChatGPT.

Leeftijdsverschillen

Ook blijken er duidelijke verschillen tussen leeftijdsgroepen. Kinderen en oudere Nederlanders hebben minder digitale kennis - deze neemt toe voor kinderen vanaf 10 maar weer af voor dertigers en ouder-  en hebben het minste vertrouwen in hun digitale vaardigheden. Dertigers hebben juist het meeste vertrouwen. Dit geldt niet voor creatieve digitale vaardigheden, zoals presentaties of filmpjes maken. Daarin hebben kinderen en jongeren juist het meeste vertrouwen en neemt dat vanaf 25 jaar snel af. Op een gezonde manier met je digitale apparaten omgaan, zoals niet vlak voor het slapen nog gaan shoppen of gamen, vinden vooral jongeren moeilijk.

Het gemiddelde niveau per vaardigheid en naar leeftijd
Het gemiddelde niveau per vaardigheid en naar leeftijd

Opleidingsverschillen

Ook constateren de onderzoekers verschillen naar opleidingsniveau. Mensen met een hoger opleidingsniveau scoren gemiddeld beter op digitale kennis en hebben meer vertrouwen in hun digitale vaardigheden. Bij creatieve digitale vaardigheden en AI-vaardigheden, zien we de grootste verschillen tussen opleidingsniveaus. Mensen die lager zijn opgeleid vinden het ook moeilijker om op een veilige manier met hun apparaten en data om te gaan en om online informatie kritisch te beoordelen. Mensen met een hoger opleidingsniveau hebben juist weer meer moeite met gezond omgaan met digitale middelen.

Het gemiddelde niveau per vaardigheid en naar opleiding
Het gemiddelde niveau per vaardigheid en naar opleiding

Trends in digitale competenties monitoren

Als vervolg op dit project zijn de ASCoR en het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een nieuw project gestart om trends in digitale competentie te monitoren. Hierin onderzoeken communicatiewetenschappers Jessica Piotrowski, Annemarie van Oosten, Claes de Vreese, en Dian de Vries (nu werkzaam bij de Hogeschool Utrecht) hoe digitale competenties veranderen naarmate de technologie zich ontwikkelt. Ook ontwikkelen ze een dashboard dat in één oogopslag laat zien welke bevolkingsgroepen de meeste hulp nodig hebben om zo interventies effectiever in te zetten.

Beide onderzoeksprojecten worden mogelijk gemaakt door subsidie van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (hoofdaanvrager Jessica Piotrowski)

Prof. dr. J. (Jessica) Piotrowski

Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen

Programmagroep: Youth & Media Entertainment

Prof. dr. C.H. (Claes) de Vreese

Bestuur en Bestuursstaf

Dr. J.M.F. (Annemarie) van Oosten

Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen

Programmagroep: Youth & Media Entertainment